Optimaal scherpstellen (hyperfocaal)

Zoals waarschijnlijk wel bekend, zorgt een kleiner diafrgama (een groter diafragma-getal) voor een grotere scherptediepte. Scherptediepte betekent dat niet alleen het onderwerp waarop scherpgesteld werd ook scherp op de foto komt, maar daarnaast ook dingen die een beetje voor of achter dit scherpstelvlak liggen. Een ruwe vuistregel is daarbij dat ongeveer 1/3 van die extra scherpte vóór het onderwerp ligt en 2/3 erachter, maar dat is slechts een indicatie en gaat lang niet in alle situaties op. Vooral bij fotograferen van landschappen is een grote scherptediepte vaak gewenst. Veel fotografen missen een flink deel van de beschikbare scherptediepte, door hier niet bewust gebruik van te maken. Ze stellen scherp op het oneindige en laten daarmee dus ruwweg 2/3 van de beschikbare scherptediepte wegvallen. Om maximaal gebruik te maken van de scherptediepte, moeten we daarom niet scherpstellen op het oneindige, maar op een punt verder naar voren. Het oneindige brengen we daarna binnen de scherptediepte door voldoende te diafragmeren, waarbij we ook nog eens een stuk extra scherpte vóór het ingestelde punt erbij winnen. De zo bereikte instelling met een maximale benutting van scherptediepte noemen we de “hyperfocale instelling”.Wie proefondervindelijk die hyperfocale instelling uitzoekt, zal ontdekken dat de extra winst vóór het scherpstelpunt steeds een halvering is van dat scherpstelpunt. Met andere woorden: stelt u scherp op bijvoorbeeld 10 meter en diafragmeert u net voldoende om het oneindige binnen de scherpte te laten vallen, dan blijkt de scherptegrens aan de voorzijde precies op de helft van die 10 meter, dus 5 meter te vallen. Daarvan kunt u gebruik maken als u in de praktijk snel een hyperfocale instelling wilt maken. Stel eerst scherp op het voorste punt dat in de foto nog scherp moet zijn. Kijk op het objectief welke afstand dit is. Zet de scherpstelling nu op 2x die afstand (dat gaat het makkelijkste met handinstelling, met autofocus moet je scherpstellen op een punt 2x zo ver als het voorste pund dat je nog scherp wilt hebben) en sluit vervolgens het diafragma zo ver dat het oneindige binnen de scherpte komt (dit kunt u zien op het objectief, door de zoeker of anders m.b.v. een scherptediepte-tabel). Voila, de hyperfocale instelling is bereikt.