Landschapsfotografie is een vorm van fotografie die vrijwel iedere fotograaf van tijd tot tijd doet, bijvoorbeeld tijdens vakantiereizen. Heel vaak zien we dan foto’s, die duidelijk tot doel hebben om de grootsheid van het landschap vast te leggen. Met een zo’n groot mogelijke hoek wordt een foto gemaakt die goed de diepte of de wijdsheid van het landschap weergeeft. Meer dan een getrouwe weergave van het landschap kun je dan niet verwachten. Om te voorkomen dat deze vorm van fotografie saai wordt kun je het landschap ook op een andere meer abstraherende manier fotograferen. Probeer dat landschap eens zodanig in beeld te brengen, dat het het landschap feitelijk alleen maar een spel van vlakken en lijnen wordt! Dergelijke foto’s zetten de kijker vaak ‘op het verkeerde been’ omdat die niet goed meer kan zien wat de grootte van het beeld is. En dat maakt de foto plotseling veel boeiender om naar te kijken. Abstracte foto’s maken is niet moeilijker dan ‘gewone’ foto’s maken, maar het vereist wel nauwkeurig kijken en nauwkeurig het beeld componeren. Een statief is daarbij onontbeerlijk, want dan kan je echt goed zien wat je doet zonder dat het beeld constant iets beweegt. Probeer belangrijke lijnen van het beeld uit de hoeken van de foto te laten lopen en bedenk dat met name kromme lijnen de foto een bepaalde ‘vaart’ mee kunnen geven. Je blik wordt op die manier langs die lijnen in het beeld doorgetrokken.
Op de foto bij deze tekst is de abstractie zo sterk, dat je als kijker nauwelijks nog weet waar je naar kijkt en hoe groot het is. Dat maakt het een foto waar mensen langer bij blijven stilstaan en dat is natuurlijk het grootste compliment dat je als kijker de fotograaf kunt maken.