Wie van die prachtige Hollandse luchten wil fotograferen, met spierwitte wolken in een diepblauwe lucht, zal daarvoor vaak een zogenaamd polarisatiefilter gebruiken. Voor deze toepassing is dat filter heel bekend en geliefd. Om een maximale werking te krijgen, moet je ervoor zorgen dat de zon onder 90 graden staat ten opzichte van de optische as van de lens. Onder een andere hoek werkt het filter minder en bij pal tegenlicht of bij het zonnetje in de rug, werkt een polarisatiefilter helemaal niet meer. Gebruik je een spiegelreflexcamera, dan kan je uiteraard precies zien wat het effect wordt en eventueel de werking van verminderen door het filter niet helemaal in z’n maximale stand te draaien. Veel minder bekend is dat een polarisatiefilter ook nog voor twee andere toepassingen prima gebruikt kan worden. Omdat gereflecteerd licht gepolariseerd wordt, kan een polarisatiefilter reflecties vrijwel helemaal verwijderen (met uitzondering van reflecties op metalen oppervlakten). Zo kan je de weerspiegeling op water opheffen, maar bijvoorbeeld ook de reflecties van licht op bladeren van bomen. Bij gebruik van een polarisatiefilter lijken de bladeren veel frisser en jonger groen te worden. Met een polarisatiefilter kan je zelfs de werking van nevel (deels) oplossen. Nevel is immers niets anders dan reflectie van het licht op minuscule druppeltjes die in de lucht zweven. Door die reflectie worden de druppeltjes zichtbaar als een ondoordringbare waas. Met een polarisatiefilter kan je een mistige dag niet zonnig maken, maar kan je een lichte waas van nevel wel grotendeels opheffen.